Blogreeks wind op land: Windplan Groen – geluidsnormering

Lucht element icon | vierkant

Blogreeks wind op land: Windplan Groen – geluidsnormering

Advocaat mr. dr. J.G.L. van Nus | Anne

Windplan Groen – geluidsnormering

Overzichtelijk wijst de Afdeling uitspraak in Windplan Groen.1 Een inpassingsplan dat voorziet in 90 windturbines met een maximale tiphoogte van 249 meter. DOKK Advocaten heeft wederom als enige partij in het geding een gegrond beroep bewerkstelligd over cumulatieve geluidsbelasting.2 Weliswaar leidt de uitspraak niet tot het daadwerkelijk van tafel vegen, via vernietiging, van het plan. DOKK Advocaten haalde die winst al in het Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding.3 Toch is de uitspraak wel een spreekwoordelijke tik op de vingers aan de verschillende verantwoordelijke overheden.4

Windpark De Drentse Monden en Oostermoer

In de uitspraak van Windplan Groen wordt met grote regelmaat verwezen, net als in andere wind op land uitspraken, naar de uitspraak van het Windpark De Drentse Monden en Oostermoer van 12 februari 2018,5 waarmee de uitspraak als overzichtsuitspraak gekwalificeerd kan worden. DOKK Advocaten heeft in het Windpark De Drentse Monden en Oostermoer – onderscheidend – duidelijkheid kunnen verschaffen inzake grootschalige wind op land projecten, waarmee de Afdeling een explicitering op een ruim aantal onderwerpen geeft en, waar mogelijk, een rechtsvormend oordeel velt. DOKK Advocaten dient en draagt daarmee bij aan de goede rechtsontwikkeling. Met het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (RES) in het achterhoofd, zal er nog een veelheid aan wind op land projecten gerealiseerd moeten worden, zodat daarmee de uitspraak van Windpark De Drentse Monden en Oostermoer een belangrijke leidraad is in de rechtspraak.6

Geluidsnormering – wetenschappelijk onderzoek

DOKK Advocaten betwist al geruime tijd dat de milieunormen én het onderzoek naar onder andere (laagfrequent)geluid niet voldoen inzake wind op land opstellingen.7 Ten tijde van het Windpark De Drentse Monden en Oostermoer was er alleen nog sprake van signalen, die wellicht een veranderd milieutechnisch inzicht zouden geven bij het beoordelen van de hinderlijkheid van windturbineluid, waarbij als suggestie door de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening een oplossing werd genoemd om een straffactor van 5 dB toe te passen op de huidige norm.8 De omstandigheden ten tijde van het Windpark De Drentse Monden en Oostermoer gaven de Afdeling nog onvoldoende aanleiding voor het oordeel dat de normen, vooruitlopend op een mogelijke aanpassing van artikel 3.14a, eerste lid, van het Activiteitenbesluit door het regelgevend gezag, onverbindend zijn of buiten toepassing blijven.

Door nieuwe ontwikkelingen kan deze exceptieve toetsing, door DOKK Advocaten al bereikt in het Windpark De Drentse Monden en Oostermoer, binnenkort wel worden toegepast. Een nieuwe ontwikkeling die de Afdeling in acht moet nemen is bijvoorbeeld het RIVM rapport dat in de zomer van 2020 gepubliceerd is, wat stelt dat de Nederlandse geluidsnormen achterhaald zijn en dat het wettelijke toegestane geluidsniveau omlaag moet.9 Het RIVM refereert aan de Guideline Development Group van de World Health Organization, hierna: WHO, die een aanbeveling geeft om de geluidniveaus die worden geproduceerd door windturbines te reduceren tot onder 45 dB (Lden), omdat het geluid van windturbines boven dit niveau geassocieerd wordt met negatieve gezondheidseffecten.10 Nieuw in het onderzoek van het RIVM is dat hierbij expliciet rekening wordt gehouden met het inzicht dat de ernstigere gezondheidseffecten van geluid zoals coronaire hartziekten, bij lagere geluidniveaus optreden dan tot nu toe werd aangenomen. Ook klinisch fysicus Jan de Laat van het Leids Universitair Medisch Centrum LUMC toont met een analyse van driehonderd recent gepubliceerde wereldwijde studies naar gezondheidsaspecten van onder andere laagfrequent geluid aan dat mensen die in de buurt van windturbines wonen, kampen met slaapproblemen en een grotere kans hebben op een beroerte en/of hartinfarct.11

Strijd met Europees Recht – SMB-richtlijn

Naast deze actuele wetenschappelijk gefundeerde aanwijzingen die tot nader onderzoek nopen, is juridisch een ontwikkeling gaande. Deze verplicht zelfs tot nader onderzoek naar de huidige Nederlandse normen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling ten aanzien van volksgezondheid e.a. effecten van milieu(waarde):12 de recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, hierna: Hof, over de realisatie van windturbines in België waar DOKK Advocaten al eerder een blog over schreef.13 De recente uitspraak van het Hof verduidelijkt op een aantal punten het arrest D’Oultremont.14

De Afdeling doet nader onderzoek van Windpark Battenoord op het arrest D’Oultremont, waar DOKK Advocaten ter zitting verdediging voerde in het Windpark N3315, en stelt vast dat de bepalingen die voor het in werking hebben van een windturbine zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling die geen relatie laten zien met enige concretisering van windturbineproject. Deze bepalingen van het Activiteitenbesluit en Activiteitenregeling geven volgens de Afdeling slechts randvoorwaarden waaraan iedere inrichting ná realisatie moet voldoen.16

Van ‘randvoorwaarden’ ná inrichting is volgens DOKK Advocaten geen sprake omdat het bevoegd gezag juist op voorhand beoordeelt of aan de (wettelijke) milieunormen wordt voldaan en in die zin dragen de normen bij aan de uitvoering van het project. Er is dus geen sprake van randvoorwaarden omdat de windturbines niet téveel geluid, slagschaduw of externe veiligheidsrisico’s met zich mogen meebrengen. Het maakt daarbij niet uit dat iedere inrichting aan deze normen moet voldoen, want het Hof geeft aan dat het begrip plan of programma’s op een kwalitatieve en niet een kwantitatieve manier moet worden begrepen.17

Voorts stelt de Afdeling in het Windplan Groen voorop dat (reken)modellen noodzakelijkerwijs een abstractie van de te verwachten werkelijkheid weergeven.18 Ook dit aspect valt onder het begrip plan en programma’s van de SMB-richtlijn, het vormt immers een illustratie van een programmatische of planificatieve dimensie.19

Prejudiciële vraag

DOKK Advocaten heeft ten aanzien van het voorgaande daarom een prejudiciële vraag gesteld aan de Afdeling, om voor eens en altijd duidelijkheid te krijgen of de huidige Nederlandse situatie niet 1 op 1 te vertalen is met de Belgische situatie, juist om te voorkomen dat Nederland in strijd met de SMB-richtlijn doorgaat met het toetsen van milieunormen die mogelijk onvoldoende zijn onderbouwd door middel van een milieueffectrapportage (MER). Voor meer informatie over energierecht, omgevingsrecht en duurzaamheidsrecht, neem gerust contact op met onze specialisten mr. dr. J.G.L. van Nus telefonisch: 020 – 820 8310 of per e-mail: amsterdam@dokk.nl.

1 ABRS 16 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2226 (Windplan Groen).
2 ABRS 16 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2226 (Windplan Groen), r.o. 36.
3 ABRS 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4180 (Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding).
4 Minister van Economische Zaken en Klimaat en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; het college van gedeputeerde staten van Flevoland; het college van burgemeester en wethouders van Dronten.
5 ABRS 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:616 (Windpark De Drentse Monden en Oostermoer).
6 Zie voor meer informatie: regionale-energiestrategie.nl.
7 artikel 1.11 Activiteitenbesluit milieubeheer jo artikel 3.14a tot en met artikel 3.14e, en bijlage 4 Activiteitenregeling milieubeheer.
8 ABRS 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:616 (Windpark De Drentse Monden en Oostermoer), r.o. 105.
9 https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2019-0227.pdf, p. 13.
10 World Health Organization, Regional Office for Europe, ‘Environmental Noise Guidelines for the European Region’, 2018.
11 https://www.vpro.nl/argos/lees/nieuws/2020/onhoorbaar-geluid-schadelijk-voor-gezondheid.html.
12 Voor het Activiteitenbesluit milieubeheer en/of de Activiteitenregeling had een MER had moeten worden gemaakt op grond van de richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de boordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s, hierna: SMB-richtlijn: PB 2001, L 197.
13 HvJEU 25 juni 2020, nr. C-24/19, ECLI:EU:C:2020:503 (Aalter en Nevele).
14 HvJEU 27 oktober 2016, C-290/15, ECLI:EU:C:2016:561 (D’Oultremont).
15 Die oud-PVDA-leider Samson kwalificeerde als ‘Een verschrikkelijke mispeer’: https://www.ad.nl/groningen/klimaattop-samsom-wil-minder-windmolens-in-de-veenkolonien-een-verschrikkelijke-mispeer~a9f903d5/.
16 ABRS 3 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1064 (Windpark Battenoord), r.o. 29.2 e.v.
17 HvJEU 25 juni 2020, nr. C-24/19, ECLI:EU:C:2020:503 (Aalter en Nevele), r.o. 90.
18 ABRS 16 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2226 (Windplan Groen), r.o. 33.1.
19 Zie in die zin HvJEU 7 juni 2018, Inter-Environnement Bruxelles e.a., C 671/16, EU:C:2018:403, punt 60 en aldaar aangehaalde rechtspraak.

Deel dit bericht via:

Ook interessant om te lezen

Direct juridisch
advies nodig

Rottumerplaat © Deborah Roffel

Wilt u onze periodieke nieuwsbrief ontvangen?

Vul dan hieronder uw gegevens in.